Introductie vereenvoudigde inlenersaansprakelijkstelling.

Het kabinet wil de inlenersaansprakelijkheid vereenvoudigen door de introductie van twee bewijsvermoedens; vermoeden aansprakelijkheidsschuld en vermoeden uitlener.

Leestijd: 2 minuten

De Belastingdienst kan de inlener of doorlener aansprakelijk stellen als een uitlener of doorlener de loonbelasting, sociale verzekeringspremies en omzetbelasting niet betaalt die verschuldigd zijn vanwege het uitlenen van arbeidskrachten.

De inlener of doorlener kan het risico op aansprakelijkstelling beperken door een deel van de facturen van de uitlener of doorlener op een g-rekening te betalen. Voldoet de inlener of doorlener aan de daarvoor verplichte administratie, dan geldt er een vrijwaring tot het op de g-rekening betaalde bedrag.

Het kabinet introduceert twee bewijsvermoedens om de aansprakelijkstelling te vereenvoudigen. Dit zijn het ‘vermoeden aansprakelijkheidsschuld’ en het ‘vermoeden uitlener’.

Als het voorstel wordt ingevoerd kan de Belastingdienst kan een beroep doen op een vermoeden over de omvang van de aansprakelijkheidsschuld. Deze bedraagt 35% van de factuursom. Zonder verder onderzoek te doen kan de Belastingdienst de inlener en doorlener aansprakelijk stellen voor maximaal 35% van de factuursom.

Er komt een tegenbewijsmogelijkheid voor de inlener of doorlener over de werkelijke omvang van de aansprakelijkheidsschuld. Zo kan deze bijvoorbeeld tegenbewijs leveren op basis van stukken uit zijn eigen administratie.

Deze aansprakelijkstelling is alleen mogelijk als de inlener of doorlener minder dan 35% van de factuursom op de g-rekening betaalt. De inlener of doorlener is gevrijwaard tot het op de g-rekening gestorte bedrag.

Het tweede voorgestelde bewijsvermoeden is dat een onderneming die ingeschreven is in het openbaar register als toegelaten uitzendonderneming, een uitlener is. De Belastingdienst hoeft dan niet te onderzoeken of sprake is van inlening of aanneming van werk, maar kan de fiscale inlenersaansprakelijkheid toepassen.

Ook voor dit bewijsvermoeden komt een tegenbewijsmogelijkheid. De inlener of doorlener kan, ondanks de inschrijving als uitlener in het openbaar register, proberen aannemelijk te maken dat sprake was van aanneming van werk. Het openbaar register is onderdeel van het Wetsvoorstel Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten. Dit wetsvoorstel is nog niet in werking getreden.

Naast deze twee bewijsvermoedens wordt ook een beleidsmatige vrijwaring geïntroduceerd voor inleners die arbeidskrachten inhuren van uitleners of doorleners met een toelating. Voorwaarde is dat de inlener 35% van de factuursom betaalt op de g-rekening en voldoet aan de administratieve verplichtingen.

Het voorstel is opgenomen in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2026 dat onlangs aan de Tweede Kamer is aangeboden. De Tweede en Eerste Kamer moeten nog instemmen met dit wetsvoorstel. Als de wetswijzigingen door de Tweede en Eerste kamer worden aangenomen treden die gelijktijdig met de Wet toelating terbeschikkingstelling arbeidskrachten in werking.
De beoogde datum is 1 januari 2027.

Waardevolle inzichten.

Schrijf u vrijblijvend in voor onze nieuwsbrief en maak zo deel uit van onze community.

* Er wordt maximaal één nieuwsbrief per kwartaal verzonden.