Massaal bezwaar plus box 3 ongegrond.

Op 26 juni 2025 en 14 juli 2025 hebben de rechtbank Den Haag en de rechtbank Zeeland-West Brabant uitspraak gedaan in de proefprocedures van de zogeheten ‘massaal bezwaar plus’-procedure. In beide gevallen hebben de rechtbanken het beroep ongegrond verklaard. De inzet van deze rechtszaken is alle box-3 belastingplichtigen in aanmerking te laten komen voor rechtsherstel en mogelijk financiële compensatie.

Leestijd: 3 minuten

Hoe zat het ook alweer?

Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad in het zogenoemde ‘Kerstarrest’ dat de box 3-heffing in de jaren 2017 tot en met 2020 in strijd was met de wet. Bij deze rechtszaak hadden zich tienduizenden belastingplichtigen aangesloten door tijdig bezwaar aan te tekenen tegen hun eigen definitieve aanslag inkomstenbelasting. Deze groep kwam door het box 3-arrest in aanmerking voor rechtsherstel en, in veel gevallen, voor financiële compensatie.

 Wat is de aanleiding?

In 2022 besloot het kabinet echter dat dit arrest niet voor iedereen zou gelden. Wie in de jaren 2017 tot en met 2020 geen bezwaar had aangetekend, kwam niet in aanmerking voor rechtsherstel. Honderdduizenden gaven toen gehoor de oproep om een zogeheten ‘verzoek tot ambtshalve vermindering’ in te dienen. Naar aanleiding hiervan heeft toenmalig Staatssecretaris Van Rij besloten om een nieuwe collectieve rechtszaak te starten, de ‘massaal bezwaar plus’-procedure.

Wat is de inzet?

Om de belangen van belastingbetalers te behartigen, trekt in de ‘massaal bezwaar plus’-procedure een aantal partijen gezamenlijk op. Het gaat hierbij om de koepelorganisaties van fiscale dienstverleners (NBA, NOAB, NOB, RB en SRA), de Consumentenbond, ConsumentenClaim en de Bond voor Belastingbetalers. Hun inzet is dat alle box 3-belastingplichtigen in aanmerking komen voor rechtsherstel en compensatie.

Welke zaken zijn aan rechtbank voorgelegd?

De Belastingdienst en alle koepel- en belangenorganisaties hebben vier zaken geselecteerd voor de ‘massaal bezwaar plus’-procedure. Deze vier proefpersonen zijn samen representatief voor de groep belastingbetalers die destijds niet tijdig bezwaar hebben aangetekend, omdat zij hiervan niet op de hoogte waren en überhaupt niet wisten dat zij bezwaar konden aantekenen.

Vervolg

Hoewel de uitspraak van de rechtbank Den Haag en de rechtbank Zeeland-West Brabant teleurstellend is, betekent dat echter niet dat de strijd gestreden is. Omdat in deze zaken geen geschil bestaat over de feiten, maar uitsluitend over de uitleg van de rechtsregels, hebben alle betrokken partijen ingestemd met sprongcassatie. Voor een definitief antwoord op deze principiële rechtsvraag is een oordeel van de Hoge Raad noodzakelijk.

Gevolgen voor de niet-bezwaarmakers

Door de keuze voor sprongcassatie kan sneller duidelijkheid komen over de vraag of niet-bezwaarmakers alsnog recht hebben op rechtsherstel voor de jaren 2017-2020. Op basis van eerdere collectieve procedures in box 3 is de verwachting echter dat de Hoge Raad pas na enkele maanden de behandeling oppakt. Een uitspraak dit jaar ligt daardoor niet voor de hand.

Hoe nu verder?

De koepelorganisaties van fiscale dienstverleners (NOAB, NOB, RB en SRA), de Consumentenbond, ConsumentenClaim en de Bond voor Belastingbetalers werken momenteel aan het cassatieberoepschrift. Wij houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen. De inzet blijft ongewijzigd: volledige toegang tot rechtsherstel en toepassing van de Wet tegenbewijsregeling box 3 voor álle niet-bezwaarmakers.

Waardevolle inzichten.

Schrijf u vrijblijvend in voor onze nieuwsbrief en maak zo deel uit van onze community.

* Er wordt maximaal één nieuwsbrief per kwartaal verzonden.