Prinsjesdag 2025: Successiewet en bedrijfsopvolging.

Wij hebben voor u de Prinsjesdagstukken doorgenomen er de meest belangrijke zaken uitgefilterd. Hieronder een greep uit de plannen voor 2026

Leestijd: 5 minuten

Afschaffing fiscale voordelen bij ongelijke verdeling (huwelijks)gemeenschap

De rechter heeft geoordeeld dat een ongelijke verdeling van gemeenschappelijk huwelijksvermogen, zoals een 90:10-verhouding, toegestaan is en dat de onderlinge verschuiving niet belast wordt. Dit leidde tot constructies waarbij in zicht van overlijden of bij echtscheiding het vermogen strategisch werd verdeeld, bijvoorbeeld om erfbelasting te beperken of alimentatieverplichtingen te vermijden.

De nieuwe regeling belast voortaan het deel van het vermogen dat een echtgenoot meer ontvangt dan de helft van de gemeenschap met erf- of schenkbelasting. De heffing vindt plaats bij scheiding of overlijden, ongeacht wanneer de ongelijke breukdelen zijn overeengekomen.

Let op! De regeling treedt in werking op 1 januari 2026. Aanpassingen in het gemeenschappelijk huwelijksvermogen naar ongelijke breukdelen die plaatsvinden na 16 september 2025 worden belast bij scheiding of overlijden. Laat uw onderneming tijdig beoordelen of bestaande huwelijkse voorwaarden met ongelijke breukdelen vóór 16 september 2025 zijn vastgelegd. Alleen deze vallen onder de overgangsregeling. Aanpassingen na deze datum, ook als ze minder scheef zijn (bijvoorbeeld van 90:10 naar 60:40), worden vanaf 1 januari 2026 belast.

Let op! Dit is van overeenkomstige toepassing bij geregistreerd partnerschap en samenwoners.

Gelijke fiscale behandeling voor biologische en juridische kinderen vanaf 2026

Het is mogelijk dat een kind een schenking of nalatenschap krijgt van de biologische vader, maar niet door hem is erkend. In die situatie kan het kind geen beroep doen op de kindvrijstelling en het kindtarief. Dit werd als onrechtvaardig gezien als er wel een vorm van nauwe persoonlijke band tussen vader en kind bestaat. De rechter liet het aan de wetgever over om dit gebrek te herstellen. Daarom wordt in de Successiewet een biologisch kind met een eigen kind gelijkgesteld. Wel moet ter voorkoming van misbruik de bloedverwantschap met een vorm van een DNA-test worden aangetoond.

Als gevolg hiervan is het mogelijk dat het kind afzonderlijk van de wettelijke vader en de biologische vader een schenking of nalatenschap tegen een laag tarief ontvangt. Ook geeft dit de mogelijkheid tweemaal van schenkvrijstellingen te profiteren.

Erfbelasting: verlenging aangiftetermijn en aanpassing belastingrente

Veelal blijkt het niet haalbaar om binnen de termijn van acht maanden aangifte erfbelasting te doen doordat nog niet alle gegevens beschikbaar zijn. Het doen van een voorlopige aangifte erfbelasting lukt om die reden ook niet altijd op tijd, waardoor aanslagen erfbelasting worden opgelegd met berekening van belastingrente. Dit wordt als onredelijk ervaren.

Om hieraan tegemoet te komen, wordt met ingang van 2026 de aangiftetermijn met één jaar verlengd van acht naar twintig maanden na de dag van overlijden. Een aanslag erfbelasting die volgt uit een tijdig ingediende aangifte kan vervolgens zonder belastingrente worden betaald. De nieuwe aangiftetermijn geldt alleen voor overlijdens die op of na 1 januari 2026 plaatsvinden.

Is die twintig maanden alsnog onvoldoende om de aangifte erfbelasting te doen? Dan kunt u op verzoek eenmalig vier maanden uitstel krijgen. De langere termijn voor het doen van aangifte geeft de Belastingdienst niet een langere behandeltermijn; de aanslag erfbelasting moet nog steeds binnen drie jaar na het overlijden zijn opgelegd.

180-dagen fictie erfbelasting

Binnen de Successiewet geldt dat wanneer u een schenking ontvangt van iemand die binnen 180 dagen overlijdt, dit als onderdeel van de erfenis wordt gezien. Dit is bedoeld om schenkingen in zicht van overlijden – ter besparing van erfbelasting – tegen te gaan. Momenteel dient u bij een schenking een aangifte schenkbelasting in, maar bij een eventueel overlijden binnen 180 dagen wordt de schenkbelasting verrekend met de erfbelasting. Dit wordt als onnodig complex ervaren.

Vanaf 1 januari 2026 is daarom bij een schenking ontvangen van iemand die binnen 180 dagen daarna overlijdt, geen aparte aangifte schenkbelasting meer nodig. De schenking wordt nog wel steeds als onderdeel van de erfenis gezien en moet worden opgenomen in de aangifte erfbelasting. Omdat deze maatregel per 1 januari 2026 wordt ingevoerd, geldt dit alleen voor schenkingen die ná 5 juli 2025 zijn gedaan.

Was het overlijden niet voorzienbaar en de aangifte schenkbelasting al ingediend en/of betaald? Dan zal de Belastingdienst zelfstandig de aanslag verminderen en de betaling retourneren.

Bedrijfsopvolgingsregeling

Het doel van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) is bij reële bedrijfsoverdrachten te voorkomen dat de continuïteit van de onderneming in gevaar komt door de belastingdruk. U kunt daarom met een fiscale stimulans het stokje aan de volgende generatie doorgeven. De regelingen spelen daarom een belangrijke rol bij de overdracht van familiebedrijven.

Eind 2024 zijn diverse wetswijzigingen in de BOR en DSR aangenomen die per 1 januari 2026 in werking treden. Deze wijzigingen zijn bedoeld om de regelingen beter te richten op echte ondernemingen en om constructies en misbruik tegen te gaan.

Wat verandert er in de bedrijfsopvolgingsregeling en doorschuifregeling per 2026?

  • Het begrip preferente aandelen is uitgebreid: aandelen met een wezenlijke voorrang op winst of liquidatieopbrengsten worden als preferent gezien. Ten aanzien van preferente aandelen gelden de BOR en de DSR niet (behoudens uitzonderingen).
  • De regelingen gelden nog uitsluitend voor gewone aandelen met een belang van minimaal 5%. Opties en winstbewijzen vallen buiten de regelingen.
  • De regels rondom herstructureringen tijdens de bezits- en voortzettingstermijn worden versoepeld.
  • Voor schenkers wordt de bezitstermijn van vijf jaar verlengd. Is de schenker bij overdracht zes jaar (of meer) ouder dan de AOW-leeftijd? Dan telt elk extra jaar voor zes maanden extra bezitstermijn.
  • Voor erflaters wordt de bezitstermijn van één jaar verlengd. Is de erflater bij overlijden meer dan twee jaar ouder dan de AOW-leeftijd? Dan komt er per extra jaar zes maanden bij.
  • De (onbedoelde) dubbele BOR wordt beperkt: u mag de bedrijfsopvolgingsregeling nog slechts één keer toepassen op dezelfde ondernemingen. Schenken, terugkopen en opnieuw schenken is dus niet meer mogelijk.
  • Vanaf 2026 tellen ook schulden mee die horen bij het ter beschikking gestelde onroerend goed. Hiermee wordt een eerdere omissie in de regeling hersteld.

Tip! Overweegt u om uw onderneming op (lange) termijn over te dragen aan uw kinderen? Dan kan het verstandig zijn om samen met uw adviseur de timing van de overdracht te herzien.

Waardevolle inzichten.

Schrijf u vrijblijvend in voor onze nieuwsbrief en maak zo deel uit van onze community.

* Er wordt maximaal één nieuwsbrief per kwartaal verzonden.